Als directeur- grootaandeelhouder (DGA) van een BV bevindt u zich in een unieke positie. U mag zelf uw salaris bepalen. Dit geldt echter tot op zekere hoogte. Om een te laag loon bij DGA’s te voorkomen, gelden er wel een aantal spelregels. Het salaris moet minimaal gelijk zijn aan hoogste van de volgende 3 criteria: (1) het loon van een vergelijkbare functie, (2) de meest verdienende werknemer en (3) € 56.000. Onder bijzondere omstandigheden kan een lager salaris van toepassing is. Hoe kunt u uw inkomen fiscaal optimaliseren? In deze bijdrage enkele mogelijkheden.
Benut de werkkostenregeling (WKR) optimaal
In 2025 mag u als werkgever maximaal 2% van de eerste € 400.000 van de loonsom onbelast vergoeden aan werknemers, inclusief uzelf als DGA. Dit betekent dat u, afhankelijk van de loonsom, tot € 8.000 onbelast kunt vergoeden. Voor loonsommen boven € 400.000 geldt een percentage van 1,18% over het meerdere. Het is raadzaam om deze ruimte optimaal te benutten. Bijvoorbeeld door een bonus van maximaal € 2.400 per persoon toe te kennen. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de bonus als gebruikelijk. Ook goed onderbouwde kostenvergoedingen zijn een mogelijkheid om onbelaste inkomsten te ontvangen uit uw BV.
Keer jaarlijks zo mogelijk dividend uit in de 1e schijf
In 2025 is het belastingtarief op dividenduitkeringen als volgt (per fiscaal partner):
- Tot € 67.804: 24,5%
- Vanaf € 67.804: 31%
Dit tweeschijvenstelsel biedt ruimte voor strategische planning. Door jaarlijks wat dividend uit te keren in de 1e schijf voorkomt u dat daarover in de toekomst een heffing plaatsvindt van 31%; een voordeel van 6,5%.
Let op:
- Sinds 2025 leidt dividend wel tot een afbouw van de heffingskorting in box1! Als uw verzamelinkomen lager is dan € 76.820 is het raadzaam om de effecten in uw situatie vooraf door te rekenen.
- Bent u net voornemens om een hoge gift aan een ANBI te geven, dan kan het raadzaam zijn om dit jaar even geen dividend uit te keren.
- De netto-uitkering komt in box 3 en kan daar leiden tot een hogere belastingdruk. Zorg dat u vooraf ook helder hebt wat deze effecten zijn. Eventueel kunt u het box 3-vermogen weer inbrengen in de BV.
- Uiteraard zal vooraf ook beoordeeld moeten worden of de uitkering wettelijk mogelijk is, gelet op de financiële positie van de BV.
Auto van de zaak
Tot slot noem ik nog het speeltje van veel DGA’s. De meeste DGA’s hebben een auto van de zaak, al dan niet in de bijtelling. Als u overweegt om op termijn een andere auto op fossiele brandstof aan te schaffen, houd dan rekening met de aangekondigde extra belastingheffing. Vanaf 1 januari 2027 wordt een extra heffing ingevoerd: de pseudo-eindheffing op fossiele auto’s van de zaak. De heffing bedraagt 12% over de cataloguswaarde en is volledig voor rekening van de werkgever (en mag niet worden doorbelast aan de werknemer).
Door een nieuwe fossiele auto tijdig aan te schaffen (vóór eind 2026) kunt u gebruik maken van de overgangsregeling tot 17 september 2030, zodat u geen pseudo- eindheffing behoeft af te dragen.